Overlanders aangetrokken door goudkoorts
De jaren zestig van de negentiende eeuw staan in de Canadese geschiedenis bekend als een turbulente periode.
De goudkoorts trok tienduizenden gelukszoekers aan. De oorspronkelijke bewoners begonnen her en der te rebelleren en politici vochten elkaar de tent uit.
In die onrust verlieten grote groepen kolonisten hun geboortegrond en trokken naar British Columbia op zoek naar een beter bestaan.
Onder hen bevond zich een groep met de bijnaam The Overlanders. Zij werden aangetrokken door de verhalen over goudvondsten in de omgeving van het Cariboo-gebergte en reisden gezamenlijk in westelijke richting.
In het gezelschap van ruim tweehonderd mannen bevond zich één vrouw: Catherine Schubert.
Ierland
Ze werd in 1835 als jongste in een gezin van negen kinderen in Ierland geboren.
Op haar zestiende stapte ze op de boot naar de Verenigde Staten, ontmoette daar een Duitse timmerman met wie zij in hetzelfde jaar trouwde.
Van Mississippi naar Canada
Het jonge stel vestigde zich in St. Paul aan de Mississippi River.
Toen dit gebied werd getroffen door de grote recessie trok het echtpaar Schubert naar Canada.
Daar kwamen zij in contact met de Overlanders en besloten met hen mee te reizen naar het aanlokkelijke westelijk deel van het land langs de Fraser River.
Onrust en respect
De aanwezigheid van een vrouw in het reisgezelschap veroorzaakte aanvankelijk nogal wat onrust onder de mannen, maar Catherine verwierf snel respect door haar moedige houding.
Watervallen
Zij liet zich nooit uit het veld slaan, ondanks talloze ontberingen tijdens de lange tocht door eindeloze prairies en hoge gebergten.
Een deel van de Overlanders reisde ook op grote zelfgebouwde vlotten over de Fraser River.
Zij passeerden daarbij de watervallen die nu de naam van de groep dragen.