Meanderend door Ardennenmassief naar monding in Franse Maas
Niet ver van de grens met Luxemburg ontspringt de Semois in Arlon. De Waalse benaming van dit stadje is Aarlen en Arel de Duitse variant. De rivier stroomt in westelijke richting en houdt lange tijd de omvang van een beekje.
Bouillon
Bij het bereiken van het Ardennenmassief in de omgeving van Jamoigne is de Semois uitgegroeid tot een stevig stromende rivier die ruime meanders door het heuvelachtige landschap trekt. Bouillon is de enige grote stad die door de Semois wordt doorsneden.
Semoy
Daarna stroomt de rivier via Poupehan, Frahan en Vresse naar Bohan bij de grens met Frankrijk. Op Frans grondgebied mondt de Semoy, zoals deze hier heet, bij het stadje Monthermé uit in de Maas.
In tegenstelling tot veel rivierbronnen is die van de Semois gemakkelijk te vinden. Op enkele minuten lopen van het centrum van Arlon zien wij het bronwater onder een stenen beeldje omhoog borrelen in een vijverpartij op de hoek van twee straten.
Museum
Het beeldje van een drinkende man is een afgietsel van het originele beeld in het Archeologisch Museum in Arlon.
De Gallo-Romeinse afdeling van dit museum telt zo’n vierhonderd beeldhouwwerken. Daarvan is het merendeel in Arlon en omgeving opgegraven.
Zo ook het ongeveer tweeduizend jaar oude beeld van een man die gewapend met een wandelstok boven een gemetselde bron uit een beker drinkt. Aangenomen wordt dat het hier de bron van de Semois betreft.
Wandelroute
Bij de bron prijkt een informatiebord over de 180 km lange wandelroute langs de Semois, die hier begint en bekend staat onder de naam Trans-Semoisienne.
Bij het verlaten van Arlon heeft de Semois nog de omvang van een greppel.
Na enkele kilometers groeit de stroom uit tot een bescheiden beek, die zich een weg baant door een weidegebied, dat in vroeger tijden een berucht moeras was.
De foto hierboven is gemaakt vanaf de brug in het dorpje Etalle.
Na het dorp Tintigny wordt de Semois langzaam breder. Dit gebeurt onder invloed van de zijrivier de Rulles, die iets eerder vanuit het noorden in de Semois stroomt.
Vierre-stuwmeer
Tussen Les Bulles an Jamoigne wordt de Semois opnieuw gevoed door een zijrivier. Het water van de Vierre is afkomstig uit het gelijknamige stuwmeer, dat anderhalf miljoen kubieke meter water bevat.
De in 1965 gebouwde stuwdam is 134 meter lang en 12 meter hoog. Het water uit het meer zorgt voor de aandrijving van de hydraulische centrale, 850 meter verderop.
Bij een kruising van vijf wegen in de stille wereld tussen tussen Suxy en Chiny nodigt een rondom open monument met een Mariabeeld uit tot een kijkje.
Het uit 1911 daterende bouwwerk staat zowel bekend als ‘Notre-Dame van Orval’ als ‘Notre Dame van Suxy’.
Vanuit Florenville aan de Semois leidt een uitstapje in zuidelijke richting naar de Abdij van Orval.
Dit klooster wordt nog steeds bewoond door een orde Cisterciënzers Trappisten. Zij produceren hier bier en kaas.
Het rivierverhaal De Abdij van Orval
Chassepierre is één van de meest schilderachtige dorpen aan de Semois.
De plaats is jaarlijks het decor van een drukbezochte kunstmanifestatie.
De woningen zijn gegroepeerd rond de 18de eeuwse Sint-Martinuskerk. Rechts op de foto zijn de restanten van de oude trambrug zichtbaar.
Deze klassieke lavoir in Chassepierre staat model voor de openbare washuizen die in vroeger tijden in deze regio werden gebruikt.
Het waren sociale ontmoetingsplaatsen voor vrouwen, die hier niet alleen met hun wasgoed kwamen, maar ook de laatste dorpsroddeltjes uitwisselden.
In de omgeving van Ste-Cécile is het goed wandelen.
Een lang pad loopt langs de linkeroever. De Semois slingert hier door dichte en op steile hellingen gelegen bossen.
Langs de weg tussen Mortehan en Dohan liggen enkele uitzichtpunten met een mooie blik op de Semois, die hier grote lussen trekt door het dichtbeboste landschap.
De foto toont het uitzicht vanaf het rotsplateau La Saurpire.
Het kasteel van Godfried van Bouillon
Wie rijke historie wil opsnuiven, komt in Bouillon goed aan z’n trekken. Het Middeleeuwse stadje wordt gedomineerd door het kasteel van Godfried van Bouillon.
Dat dit imposante overblijfsel uit de Belgische feodaliteit niet werd gereduceerd tot een ruïne is te danken aan het feit dat de militaire rol van de burcht pas in 1830 eindigde.
Zestiende eeuw
Het huidige bolwerk dateert uit de zestiende eeuw en staat geklasseerd als het voornaamste monument van Wallonië.
Het kasteel is vernoemd naar Godfried van Bouillon, die in 1096 door paus Urbanus II werd opgeroepen voor de eerste kruistocht naar Jeruzalem. Om deze reis te bekostigen verkocht hij de burcht aan de bisschop van Luik.
De Tombeau du Géant vanaf één van de vele uitzichtspunten langs de Semois bij het dorpje Botassart.
Het Graf van de Reus is volgens de overlevering de laatste rustplaats van een Gallische held met buitenproportionele lichaamsomvang.
Vanaf La Rochehaut is er een wijds uitzicht op Frahan. De Semois draait in een ruime bocht rond dit pittoreske dorpje.
Geestige legende
Aan de Pont St-Lambert in Vresse kleeft een geestige legende.
Ene pastoor Sint-Lambert zou de brug hebben laten bouwen om de populaire zendelinge Sint-Agatha te beletten het dorp te betreden.
Hij liet de doorgang zo smal maken dat de koets van zijn rivale niet kon passeren.
De brug overspant de Petit-Fay, die enkele meters verderop in de Semois uitmondt.
Het rivierverhaal Tabak in de Semois-vallei
De gehavende spoorbrug is een vertrouwd beeld in het dorp Bohan, het laatste dorp op Belgische grondgebied voordat de Semois Frankrijk instroomt.
Het tot oorlogsmonument omgedoopte bouwwerk herinnert aan de Tweede Wereldoorlog, toen de geallieerden de brug bombardeerden om de Duitse troepen te stuiten in hun opmars.
Spoortunnel na 80 jaar heropend
De buurtspoorwegtunnel die Bohan ooit met het gehucht Membre verbond en in de Tweede Wereldoorlog door bombardementen van twee bruggen over de Semois in onbruik raakte, is in het najaar van 2022 heropend voor voetgangers en fietsers.
De tunnel, waarvan beide ingangen zo’n 80 jaar dichtgemetseld bleven, is nu onderdeel van het uitgebreide wandelaars- en fietsnetwerk in dit deel van de zuidwestelijke Belgische Ardennen. Het restauratieproject omvatte ook het herstel van de deels verwoeste spoorbrug over de Semois in Membre.
Wie de afstand tussen Bohan en Membre te voet of per fiets wilde afleggen moest altijd de pittige heuvelklim tussen beide gemeenten overwinnen.
Mini-Lourdesgrot
Nabij de plaats waar de Semois België verlaat en op Frans grondgebied verder stroomt als Semoy, bevindt zich een curieuze bezienswaardigheid in de vorm van een Lourdesgrot.
Deze aan de voet van de rots Roche-la-Dame uitgehouwen nis is gebouwd in 1921 op initiatief van pastoor Abbé Jacoby uit Bohan.
De grot kwam tot stand met behulp van vrijwilligers uit zijn parochie en groeide uit tot een mini-bedevaartsoord, waaraan de bisschop van Namen zijn zegen gaf.
Jaarlijks wordt in de maand mei tijdens de avonduren de rozenkrans gebeden voor het Mariabeeld
De grot bevindt zich in Bohan in de doodlopende straat Rue de la Grotte, nabij de brug over de Semois.