
Eiland in delta van drie rivieren
De royale aanwezigheid van water rond Zwolle heeft deze stad door de eeuwen heen zowel rijkdom als rampspoed gebracht.
Sinds de aanleg van de Afsluitdijk en de inpoldering van de Noordoostpolder is de dreiging vandaag de dag een stuk minder dan vroeger.
Toch blijft Zwolle kwetsbaar bij hoge waterstanden in de IJssel, de Vecht of het Zwarte Water.



De stad ligt op het laagste punt van Overijssel in een delta waar ooit drie rivieren in zee stroomden. In het begin van de vorige eeuw liet de kaart van Nederland nog een Zuiderzee zonder Afsluitdijk zien.
Ramp van 1916
In de tweede week van januari 1916 wordt Zwolle getroffen door een watersnoodramp.
Een zuidwesterstorm jaagt het zeewater ver stroomopwaarts de IJssel in.
De al sinds de Middeleeuwen welvarende Hanzestad is goed beschermd tegen vijandige legers én het water. Maar zelfs het degelijke stelsel van grachten en dijken blijkt niet bestand tegen deze natuurramp.
Het water dringt de binnenstad in en werpt schepen op de kade en in tuinen van de statige villa’s.

1825
Al eerder is Zwolle regelmatig getroffen door hevige wateroverlast.
Zoals in de nacht van 3 op 4 februari 1825.
Een zware noordwesterstorm in combinatie met een springvloed zet dan het gehele kustgebied blank.
In Overijssel breken tientallen dijken door en verdrinken meer dan 300 mensen.
Als ook de dijken rond het Zwarte Water bezwijken, stroomt de complete stad Zwolle onder en en moeten mensen op de daken van hun woningen klimmen om aan de verdrinkingsdood te ontsnappen.
Het levert taferelen op die vergelijkbaar zijn met de Watersnoodramp van 1953.

Kwetsbaar
Uiteindelijk zal de Zuiderzee worden getemd door de aanleg van de Afsluitdijk in het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw.
Na het gereedkomen van de Noordoostpolder is Zwolle – evenals Dordrecht – een eiland in een delta van drie rivieren.
Als het water in de IJssel, de Vecht, of het Zwarte Water hoog staat, dan stijgt het ook in de Stadsgracht. Daardoor blijft Zwolle kwetsbaar.
Superkolk
De gemeente voert een actief beleid om het water in en om de stad ook in de toekomst onder controle te houden.
Een spectaculair voorbeeld is de aanleg van een zogeheten superkolk. Onder het Stationsplein is een fietsenstalling gebouwd die niet alleen ruimte biedt aan 5.800 tweewielers, maar bij extreme wateroverlast ook fungeert als een reusachtige doucheput.

Het overtollige water op het wegdek wordt ondergronds opgevangen in filtratiekratten met overloopmogelijkheid naar de fietsenstalling.
