Omliggende rivieren maken stad kwetsbaar
De ligging langs drie grote rivieren maakt Dordrecht tijdens de Middeleeuwen tot de belangrijkste stad van Holland. Maar de Sint Elisabethsvloed in 1421 veegt die status in één klap van de kaart.
Op het rivierenkruispunt bij de stadspoort stijgt op de avond van 18 november – de naamdag van de Heilige Sint Elisabeth – het water snel en zet delen van de stad blank.
Het is het gevolg van een zware westerstorm die het water van de Noordzee in een vloedgolf ver landinwaarts blaast. De rivieren kunnen de opgestuwde hoeveelheid water niet verwerken.
Modderpoel
De Grote Waard – het gebied waarin vandaag de dag de Hoekse Waard, het Eiland van Dordrecht en de Biesbosch liggen – stroomt onder na een dijkdoorbraak en verandert deze polder met haar dorpen en gehuchten in een met zout water vermengde modderpoel die alle landbouwgrond in één klap waardeloos maakt.
De boeren die deze ‘graanschuur van Holland’ beheren, kunnen pas weer veilig aan de slag als het jarenlang verwaarloosde dijkonderhoud ter hand wordt genomen.
Genadeklap
Maar in de jaren na de ramp breekt de dijk weer op verschillende plaatsen, met nieuwe overstromingen tot gevolg.
In 1424 zorgt een zware storm voor de genadeklap.
De Grote Waard staat dan langdurig onder water, dorpen lopen leeg en eeuwenlang keert er niemand terug.
Economie stort in
Uiteindelijk worden de Sint Elisabethsvloed en de latere dijkdoorbraken de stad Dordrecht economisch noodlottig.
Alle inkomsten uit de graanhandel zijn verdwenen en ook het stapelrecht, waarmee de stad belasting kon heffen over alle goederen die over de omliggende rivieren worden vervoerd verdwijnt.
Omdat Dordrecht na de ramp een eiland is geworden, vaart de handelsvloot zonder betaling langs de stad.
150.000 schepen
De Groothoofdspoort kijkt ook vandaag de dag nog steeds uit op het punt waar drie grote rivieren samenkomen: de Oude Maas, de Noord en de Beneden Merwede.
Eigenlijk is sprake van vier rivieren, want ook de kleine stroom het Wantij voegt zich bij het drukst bevaren knooppunt van Europa.
Jaarlijks passeren hier 150.000 schepen.
1953
Het is niet moeilijk je bij deze immense watermassa een voorstelling te maken van wat zich hier tijdens een stormvloed afspeelt.
Vroeger spoelde het water regelmatig over de dijken en ook tijdens de watersnoodramp van 1953 stond het water in de binnenstad van Dordrecht 1 meter hoog.
Kleiner risico
Sinds de voltooiing van de Deltawerken is het overstromingsrisico in Dordrecht een stuk kleiner.
Door de afsluiting van het Haringvliet is in ieder geval het gevaar vanuit zee aanzienlijk gereduceerd.
Hoewel het binnendijkse deel van de stad voorlopig voldoende is beschermd, blijft de dreiging vanuit de rivieren bestaan.
Daarom hanteert Dordrecht tegenwoordig een zogenaamde hoogwatermailservice, zodat niemand meer door het water verrast hoeft te worden.
Vloedschotten
Ook werkt de stad nog steeds met het vloedschottensysteem dat begin van de vorige eeuw werd ontwikkeld om de binnenstad bij hoogwater droog te houden.
In de smalle steegjes tussen de pakhuizen zitten gleuven in de muren en de bestrating, waarin vloedschotten passen.
Jaarlijks wordt getest of het systeem nog naar behoren werkt.
Waakzaamheid
Intussen blijft Dordrecht alert en vertrouwen op de voortdurende waakzaamheid van het Waterschap Hollandse Delta, dat de dijken beheert.
Ook worden regelmatig risico-analyses van diverse instituten geraadpleegd.
Lees ook: Vier decennia rivierenstad Dordrecht