Van Zwitserse Alpen via Lago Maggiore naar Po
De Ticino ontstaat in de Zwitserse Alpen uit een aantal bronnen op de Nufenenpas, zuidwestelijk van het Gotthardmassief. De rivier heeft een lengte van 248 km, waarvan 157 km op Italiaans grondgebied.
Lang dal
Vanaf Airolo aan de voet van de St. Gotthardpas loopt de rivier door een lang dal in zuidelijke richting naar Italië en passeert daarbij de steden Biasca en Bellinzona.
Bij Magadino stroomt de Ticino het Zwitserse deel van het Lago Maggiore in en verlaat dit meer in het Italiaanse Sesto Calende.
De rivier slingert daarna zuidelijk langs Varallo Pombia en Vigevano. Kort na de stad Pavia mondt de Ticino uit in de Po.
Op de zuidelijke hellingen van de Nufenenpas begint de Ticino uit de samenvloeiing van verschillende bronnen.
In het voorjaar zorgt ook smeltende sneeuw voor een aanzienlijke toevoer.
De foto toont het laatste deel van de autoweg naar de Nufenenpas.
Vanaf de Nufenenpas stroomt de Ticino langs een bosrijke helling in de richting van Airolo.
Bij de zuidelijke in/uitgang van de Gotthardtunnel verzamelt het rivierwater zich in een stuwmeertje.
Kort voor de stad Oleggio overspant een oude brug de Ticino.
In de directe omgeving is het op zomerse dagen langs de oevers goed toeven.
Dat geldt overigens ook voor het resterende traject. De Ticino staat te boek als één van de schoonste rivieren van Italië.
Pavia werd ruim 2000 jaar geleden gesticht aan de oevers van de Ticino. Tijdens het Romeinse Rijk luisterde zowel stad als rivier naar de naam Ticinum.
Mede door de aanwezigheid van een universiteit is Pavia een levendige stad die bovendien veel historische en culturele schatten herbergt.