Zijrivier van IJssel ontspringt in Duitsland
De Oude IJssel ontspringt als Issel op Duits grondgebied in Raesfeld ten zuiden van de stad Borken.
De bovenloop van de rivier stroomt tot de grens met Nederland 55 km door het natuurpark Hohe Mark-Westmünsterland.
Bij Gendringen verandert de naam in Oude IJssel.
Bij Doesburg stroomt de rivier in de IJssel.
De goed bereikbare bron van de Issel in Raesfeld levert allerminst een spectaculaire aanblik op.
Omdat sprake is van een zogeheten intermitterende bron, borrelt het water alleen in de wintermaanden zichtbaar omhoog.
In Isselburg herinnert een monument tegenover het stadhuis aan de vele ijzergieterijen die het stadje ooit telde.
Voorlopers van de Hoogovens in IJmuiden
Zowel langs de Issel als de Oude IJssel ontwikkelde zich in de zeventiende eeuw een bloeiende ijzerindustrie. Het ijzererts bevond zich in de grond en de rivier werd gebruikt voor het transport van de gietijzeren eindproducten.
De Nederlandse ijzergieterijen langs de Oude IJssel waren de voorlopers van de Hoogovens in IJmuiden.
De plaats waar de Issel Nederland binnenstroomt, wordt gemarkeerd door de historische buitenplaats Huis Landfort.
Vanaf 2017 richt de Stichting Erfgoed Landfort zich op een bouwkundige en landschappelijke restauratie. Daarbij worden het landhuis, de bijgebouwen, de bruggen en het park hersteld in hun oorspronkelijke grandeur.
De Issel fungeert aan de noordzijde van het landgoed Huis Landfort als grens tussen Duitsland en Nederland. Bij Gendringen stroomt de rivier definitief Nederland binnen en krijgt dan de naam Oude IJssel.
De watermolen aan de Oude IJssel in Laag-Keppel stamt uit het midden van de 19de eeuw.
Het is een zogenaamde onderslagmolen die er met behulp van de spinnekopmolen langs de oever van de rivier voor zorgt dat de waterstand van de molenkolk op peil blijft.
De spinnekopmolen is in 1969 overgebracht vanuit Friesland.
Kasteel Keppel langs de Oude IJssel in Laag-Keppel dateert in de huidige vorm uit 1850.
Vanaf 1962 is het in het bezit van de Pallandt van Keppel Stichting en werd het mogelijk om kasteel en park bij elkaar te houden, zodat het nog kan worden bewoond.
De huidige bewoners zijn nazaten van de 14de eeuwse bouwheer.