Arve ontspringt in Mont Blancmassief
De Arve ontspringt op 2.200 meter hoogte in de noordoostelijke hoek van het Mont Blanc-massief nabij het dorpje Le Tour. Tijdens het traject in westelijke richting door het dal van Chamonix ontvangt de rivier grote hoeveelheden water van gletsjers op de Franse hellingen van het massief. De belangrijkste zijn Glacier du Tour, Argentière, Mer de Glace, Des Bossons en Tête Rousse.
Mer de Glace
De grootste waterleverancier is de Mer de Glace. Dat gebeurt via de zijrivier de Arveyron, die onstaat aan het eind van deze reusachtige ijsmassa. Na een ruime bocht mondt de Arveyron in het dal van Chamonix na 4,5 km uit in de Arve.
Monding in Rhône
Na het verlaten van het dal stroomt de Arve noordwestelijk in de richting van Genève. De rivier passeert daarbij Les Houches, Sallanches, Cluses, Bonneville en Annemasse. Op Zwitsers grondgebied mondt de Arve ten westen van Genève uit in de Rhône.
De Aiguille du Midi is de hoogste per kabelbaan te bereiken bergpiek in het Mont Blanc-massief.
De kabelbaan arriveert op de noordelijke top op 3.777 m. Een dwars door de rots geboorde lift voert naar de centrale piek op 3.842 m.
Hier biedt een panoramaterras een imposant 360 graden-uitzicht.
Pas dans le vide…
Een spannende attractie op de top van de Aiguille is een volledig uit glas opgetrokken glazen kooi.
Deze zogeheten ‘Pas dans le Vide’ (‘Stap in de Leegte’) mag alleen worden betreden met speciale pantoffels en is geen aanrader voor wie worstelt met hoogtevrees.
Onder de glazen vloer gaapt een peilloze diepte.
Mer de Glace grootste gletsjer van Frankrijk
Aan de noordzijde van de Mont Blanc strekt zich de Mer de Glace uit. Het is de grootste gletsjer van Frankrijk en vormt de voornaamste voedingsbron voor de rivier de Arve.
De Mer de Glace-gletsjer is 11 kilometer lang, op sommige plaatsen meer dan 400 meter diep en omvat ongeveer 31 vierkante kilometer.
De ijsafzetting eindigt op 1.600 meter. In tien jaar tijd is de Mer de Glace 200 meter in hoogte geslonken en sindsdien niet langer zichtbaar vanuit de stad Chamonix.
Sinds de Kleine IJstijd, die ongeveer van 1750 tot 1850 heeft geduurd, zijn de Alpengletsjers dramatisch geslonken. Het schilderij toont de Mer de Glace in 1826. De gletsjer bereikte in die dagen de maximale omvang.
© Gugelmann Collection, Swiss National Library, Bern
Ieder voorjaar worden ter hoogte van Montenvers gaten in de gletsjer geboord om bezoekers toegang te verschaffen tot in de ijsmassa.
Omdat de gletsjer voortdurend in beweging is, moeten de grotten steeds opnieuw worden uitgegraven.
Chamonix aan de voet van het Mont Blanc-massief is in alle seizoenen een belangrijke toeristische trekpleister. In de winter wordt de stad druk bezocht door skiliefhebbers. In de overige jaargetijden strijken hier vooral wandelaars en bergbeklimmers neer.
De gletsjer Des Bossons reikte in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog tot aan de snelweg bij Chamonix.
Inmiddels heeft de ijsmassa met de karakteristieke tong zich een flink stuk teruggetrokken.
Op de foto hierboven stroomt het smeltwater van de gletsjer onder de Autoroute Blanche door gaat daarna in het gehucht Les Bossons op in de Arve.