De belangrijkste historische bezienswaardigheid langs de Nera is de ruïne van de Ponte d’Augusta. Dit in het jaar 27 voor Christus door de Romeinen opgetrokken imposante bouwwerk overspande de diepe kloof van de rivier bij de stad Narni en was onderdeel van de handelsroute Via Flaminia tussen Rome en Rimini aan de Adriatische kust.
De van origine acht meter brede en 130 meter lange Ponte d’Augusta rustte op vier royale bogen en verrees dertig tot veertig meter boven de rivier. De door het hoogteverschil tussen beide oevers geconstrueerde helling gaf de brug een extra dynamiek. In klassieke bronnen wordt dit majestueuze meesterwerk vooral geroemd om de gedurfde constructie.
Als voornaamste bouwmateriaal voor de brug werden enorme blokken travertijn gebruikt. Door de eeuwen heen was dit gesteente onderhevig aan corrosie en leidde in de achtste eeuw tot de eerste ineenstorting. Ook de herbouwde brug was geen lang leven beschoren. Een aardbeving in 847 eiste opnieuw een verwoestende tol.
Tijdens een grote overstroming van de Nera in 1053 stortte een groot deel van de herstelde brug in. Daarna is het bouwwerk niet meer hersteld en leefde voort als Ponto Rotto, kapotte brug.
Tegenwoordig resteert alleen nog een grote boog op de rechteroever en enkele brugdelen die na de verschillende instortingen in de rivierbedding zijn gevallen.
De restanten van de brug zijn in de achttiende en negentiende eeuw opgenomen in de routes van de Grand Tour, een lange reis door continentaal Europa, die graag werd ondernomen door rijke aristocraten.
Ook kunstenaars raakten geïnspireerd door dit inmiddels beschermde monument. Een in 1826 door Jean Baptist Corot gemaakte schilderij is te bewonderen in het Parijse Louvre en in een kunstgalerie in Rome hangt een aquarel die Abraham Ducros in het begin van de 19de eeuw maakte (zie afbeelding hierboven).