
Storm en dijkdoorbraken richtten 70 jaar geleden catastrofe aan
Een zware noordwesterstorm in combinatie met springtij bezorgt ons land in de winter van 1953 de grootste natuurramp in de naoorlogse geschiedenis.
Een ongekend grote massa Noordzeewater vermorzelt dijken en richt een catastrofe aan in de delta van de grote rivieren.
Ruim 1.800 doden
Na meer dan 150 dijkdoorbraken in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant overstromen grote delen van Nederland en verdrinken 1.836 mensen en vele tienduizenden dieren.
Noordwesterstorm
Op 29 januari 1953 ontwikkelt zich een noordwesterstorm ten zuiden van IJsland. Deze groeit uit tot een duizend kilometer lang stormveld dat twee dagen later met windkracht 10 de Nederlandse kust bereikt.
Desastreus
De gevolgen zijn desastreus.
Na de dijkdoorbraken stroomt het water zo snel de polders in sommige dorpen in een mum van tijd twee tot drie meter onderwater staan.
Veel gezinnen vluchten naar de zolder en het dak. Sommigen hangen urenlang aan een dakgoot, anderen worden gegrepen door het water en verdrinken.
Tweede vloedgolf
Zondagmiddag volgt een tweede vloedgolf die nóg meer slachtoffers maakt.
Veel huizen die de eerste vloedgolf hebben weerstaan, storten alsnog in.
Na de ramp volgt de evacuatie van 100.000 mensen die huis en haard zijn verloren. Vluchtelingen worden vooral in de grote steden opgevangen.
(Bronnen: Historiek/Rijkswaterstaat/KNMI/NPO)